donderdag 3 maart 2011

Meer Sint-Jan en andere Bossche kerken

De Erwtenman
Derde brief, deel 3

Vóór het koor van de Sint-Jan staat een oksaal op marmeren pilaren, waarvoor zeer mooie, marmeren beelden staan. Net als het andere beeldhouwwerk in de kerk hebben deze beelden echter veel geleden van de Beeldenstorm in de zestiende eeuw. Toch ziet men in dit prachtige gebouw voldoende voorbeelden van beeldhouwers, die zoals Martinet ook vermeldt in zijn Waereldhistorie, de duidelijkste bewijzen leveren van de ontucht der geestelijken uit die tijd. Maar de eerbaarheid verbiedt mij die beelden te schetsen, want je oren zouden erdoor gekwetst worden, en mijn hart gruwelt ervan.

Achter het koor ligt een non begraven onder een koperen zerk, of liever onder een koperen plaat. Ze heette Van Oorschot en zou na haar dood wonderbaarlijke genezingen hebben verricht. Deze kerk schittert ook met een zeer groot en mooi orgel.

De kerk werd gesticht aan het eind van de dertiende eeuw. De arbeiders kregen naar men zegt geld van leer, terwijl de opperbouwmeester als dagloon 10 duiten of één braspenning ontving. Het verhaal gaat ook, dat zijn vrouw hem op een middag erwten voorzette, die hij wegschopte, terwijl hij uitriep: “Wat! Ben ik een man die erwten moet eten, terwijl ik iedere dag een braspenning verdien?!” Aan de noordzijde van de kerk - en dat geeft dit verhaal enige waarschijnlijkheid, zo lijkt me - ziet men het beeld van een man, die een pot met zijn voet omschopt, zodat de erwten er uitrollen.

Behalve deze kerk zijn hier nog drie andere kerken: de Franse kerk, vroeger aan Sint Anna toegewijd; de Kruisbroederskerk en de Sinte Geertruidkerk, die ook wel de Haven- of Orthenkerk wordt genoemd. Deze laatste twee zijn tegenwoordig onbruikbaar, omdat ze kort na de inname van de stad door de Fransen als bakkerij en magazijn werden gebruikt.

De Markt is een grote driehoek. Aan de zuidzijde daarvan zie je het stadhuis, een fraai gebouw van gehakte natuursteen en voorzien van een mooie toren en een zeer goed klokkenspel (veel beter dan het carillon van de Grote Kerk). Aan de noordzijde ligt de Hoofdwacht, en in het oosten de Gevangen- of zoals hij vroeger heette, de Leuvensepoort. Tegenwoordig dient die om misdadigers te bewaren. Men zegt dat de cellen er onaangenaam zijn, maar ik had geen zin om deze plaatsen van ellende te gaan bekijken.

Geen opmerkingen: