donderdag 26 september 2013

Gedachten over het huwelijk

Huwelijk te Erp in 1925 (collectie BHIC, fotonr. BCE2084)

De beste toestand waarin men terecht kan komen op deze wereld is in een gelukkig huwelijk. Maar als men de Meierijse huwelijken eens goed bekijkt, dan zal men in die streken (uitgezonderd bij de protestanten) bijna nooit een goede, volmaakte en gelukkige echtverbintenis vinden. Waarom is een huwelijk in de Meierij zelden of nooit gelukkig, zo heb ik mijzelf vaak afgevraagd. Na alles te hebben overwogen, kon ik geen ander antwoord op deze vraag vinden dan het volgende.

Een huwelijksband wordt in mijn vaderland zelden of nooit aangegaan op basis van deugdzaamheid en rechtschapenheid, of op basis van overeenstemming in karakter. Men ziet een meisje, wordt op het eerste gezicht verliefd (of denkt dat te worden) en onderzoekt dan vervolgens niet of dat meisje ook wel verstand heeft en een deugdzaam hart, of hoe haar karakter is. O nee! Men vraagt zich altijd af of deze vrouw, met wie men wil gaan trouwen, wel enig geld heeft, waarmee men een beginnetje kan maken. Kan zij werken? Weet ze hoe ze de zaken moet aanpakken? Als de man die vragen voor zichzelf voldoende beantwoord heeft, probeert hij het meisje over te halen met hem te trouwen. Het meisje van haar kant doet hetzelfde en dan wordt het huwelijk snel gesloten, zonder verder nader onderzoek.

Als, eenmaal getrouwd, de eerste driften zijn bevredigd, ontstaat er al spoedig een onverschilligheid tussen man en vrouw (dat kan ook haast niet anders als het op deze manier gaat). Men leert elkaar wat beter kennen, de harten blijken niet gelijkgestemd, men leeft hoe langer hoe meer langs elkaar heen; er wordt geen vriendelijk woord meer gewisseld. Men spreekt onderling bijna altijd op een grauwende, gebiedende toon, en er gaat zelden een dag voorbij of er wordt geruzied. De man gaat ’s morgens vroeg aan de arbeid en verlaat totaal onverschillig zijn vrouw. ’s Middags komt hij weer naar huis en na de maaltijd, waarbij meestal geen woord wordt gesproken, gaat hij weer weg zonder enige belangstelling te tonen voor zijn vrouw, die haar werk in huis te doen heeft en vaak als een slavin moet zwoegen.

Het avondmaal wordt op dezelfde manier als het middagmaal gehouden en daarna begeeft men zich, nog steeds geheel onverschillig, samen te ruste. Geen onderhoudende conversatie (de Meierijenaar is daartoe niet in staat) veraangenaamt de sobere maaltijd. Geen kus uit oprechte liefde wordt ter verwelkoming bij thuiskomst gewisseld. O nee! Men vindt het in de Meierij zelfs schandalig, als een man uit zuivere huwelijksliefde een hartelijke kus op de lippen van zijn echtgenote zou drukken. Ongeƫvenaarde onverschilligheid binnen het huwelijk is een karaktertrek van de Meierijenaars. Ik heb dit nog maar zwakjes geschetst, maar niemand zal zich erover verwonderen, dat er zoveel slechte en onbevredigende huwelijken zijn in de Meierij.

Geen opmerkingen: