dinsdag 22 februari 2011

Een echte vestingstad

De beschieting van 's-Hertogenbosch door de Fransen tijdens het beleg van 1794,
geschilderd rond 1800 door Josephus Augustus Knip

Derde brief, deel 1

Beste vriend,

Deze dag zal ik voor het grootste deel besteden aan een korte beschrijving van de stad ’s-Hertogenbosch. Ik heb de bijzonderheden van de stad al gezien, want het is al weer een paar dagen geleden dat ik hier ben aangekomen. Ik heb nu en dan het koffiehuis bezocht, en andere plaatsen waar de Bosschenaars gewoonlijk bijeenkomen, om me min of meer van hun denk- en levenswijze op de hoogte te stellen.

Den Bosch is, zoals algemeen bekend, een vesting, voorzien van buitenwerken en een mooie omwalling, die frequent bezocht wordt door wandelaars. Vanaf de wal heb je op veel plekken zeer mooie uitzichten op het Bossche Veld en op de nabijgelegen dorpen. De kracht van de vesting ligt voornamelijk hierin dat het omringende land, het Bossche Veld genaamd, zeer laaggelegen is. ’s Winters staat het altijd onder water, en ook ’s zomers gebeurt dat wel eens bij hevige regenval of wanneer de Maas hoog staat en de Dieze daardoor zijn water niet behoorlijk kwijt kan. Dat veroorzaakt dan veel schade aan het gras en de hooiopbrengst.

Je weet dat ’s-Hertogenbosch zich bij de belegering door de Fransen in 1794 schielijk heeft overgegeven. Het beleg duurde slechts drie weken. Toen de Fransen het beleg sloegen, stond er maar heel weinig water rondom de stad, waardoor ze zeer dicht konden naderen. Als de stad het nog een paar dagen extra had kunnen uithouden, dan hadden de belegeraars moeten opbreken, of zich tenminste moeten terugtrekken, want het begon toen hevig te regenen. De loopgraven liepen vol, zodat die binnen de kortste keren onbruikbaar zouden zijn geweest.

De stad zelf heeft bij die belegering weinig geleden. De meeste huizen waren wel een beetje beschadigd, maar er zijn er maar twee afgebrand. Het ene zou men, naar gezegd wordt, nog wel hebben kunnen redden. Immers de brand was van het andere huis daar naartoe overgeslagen. Maar partijzucht en verschil in religie hebben een fatale rol gespeeld. De eigenaar was hervormd, en dat was voldoende om niet echt een behoorlijke inspanning te leveren om dit huis te redden. Maar... ik vertel dit alleen maar zoals ik het heb gehoord.

De verdedigingswerken van de stad mogen dan van de Franse belegering geen schade hebben ondervonden, wél en zeer veel heeft de stad geleden van de daaropvolgende winter, vooral door het hoge water, dat bijna nog nooit zo hoog was geweest. De hele stad, met uitzondering van de Markt en een paar straten, was overstroomd. De inwoners moesten zich in hun bovenvertrekken en op hun zolders in veiligheid brengen en er werd hevig gebrek geleden, vooral door de armen.

Geen opmerkingen: