donderdag 10 oktober 2013

Gedachten over de levenswijze (1)

Hellup! Het bier is op! Bron: Brabant Bekijken

Over de levenswijze van mijn landgenoten valt weinig of niets positiefs te melden. Ik zal hun manier van leven kort schetsen en zowel het lovens- als afkeurenswaardige in hun gedrag naar waarheid beschrijven.

De Meierijenaars leven in het algemeen zeer sober en matig. Ze eten simpele, maar meestal voedzame spijzen. Daardoor zijn ze door de bank genomen gezond en sterk en gehard tegen de vele ongemakken, vooral ook omdat ze gewend zijn aan veel en hard werken. Aan nietsdoen komen ze niet toe, omdat ze wel moeten werken, willen ze te eten hebben. Je vindt weinig overdaad onder hen en dat kan ook haast niet, want ze hebben te weinig bezittingen en kunnen niet genoeg verdienen om hun levensdagen in luiheid en ledigheid door te brengen.

Maar om eerlijk te zijn, voltrekt er zich wel een grote verandering in de levenswijze van de Meierijenaars op het gebied van de luxe, omdat er tegenwoordig oneindig veel meer geld nutteloos verspild en verteerd wordt dan vroeger. Men gaat langzamerhand steeds een stapje verder en zaken die men een paar jaar geleden nog helemaal niet of slechts bij naam kende, zijn tegenwoordig niet alleen bekend en gewoon geworden, maar zelfs “onmisbaar”. Je treft ook steeds meer mensen aan die de dwaze gedachte koesteren dat iets alleen maar goed kan zijn, als het veel geld kost.

In het algemeen tref je er weinig zuiplappen, hoewel dat ook van plaats tot plaats verschilt. Maar wat absoluut afkeurenswaardig is, is dat men op zon- en heiligendagen op grote schaal misbruik maakt van bier en sterke drank. Op dat soort dagen heeft men volstrekt niets te doen. Men kent geen fatsoenlijke en aangenaam onschuldige ontspanning. Daarom zit er niets anders op dan dat men zich na de H. Mis naar kroegen en herbergen begeeft om daar met een glas bier of jenever de tijd te doden, of zich te vermaken met kaarten. Door de week zal men zeer zelden een dronkaard over straat zien waggelen, maar zondags des te vaker.

Slordigheid en morsigheid zijn de twee voornaamste gebreken in bijna alle huishoudens. Wanneer er een kermis op komst is, dan zijn alle vrouwtjes druk bezig hun huis aan kant te maken. Op zon- en feestdagen brengt men het woonvertrek een beetje op orde, voor de rest bekommert men zich niet om zindelijkheid. Misschien is dat wel noodgedwongen, want de Meierijse vrouwen, vooral de boerinnen, hebben hun handen al vol aan de dagelijkse werkzaamheden. En uiteindelijk is men zo gewend aan slordigheid en is alles altijd zo smoezelig, dat men er ook geen oog meer voor heeft.

Geen opmerkingen: