donderdag 17 oktober 2013

Gedachten over de levenswijze (2)

Klederdracht in de Meierij (bron)
De kleding van de mannen en vrouwen in de Meierij is niet mooi, hoewel de mode (als ik het zo eens mag noemen) van dorp tot dorp verschilt. Vroeger was alles eenvoudig, tegenwoordig echter neemt de pracht en praal, helaas!, hand over hand sterk toe. Dat gaat ten koste van velen. Het verlangen om mooiere kleding te dragen dan anderen is ook in mijn vaderland een ernstige kwaal.

Men kleedt zich duurder dan men zich kan veroorloven en dit komt (zoals bijna overal) vooral onder de jongelui voor. Dat is echter heel erg schadelijk en men kan het bewijs daarvoor heel goed opmaken uit het volgende: voordat men getrouwd is, kleedt men zich zo kostbaar als men kan. Vooral bij de ondertrouw probeert men zich prachtig uit te dossen. Men rekent niet uit of men het beetje geld dat men heeft niet beter aan iets anders zou kunnen besteden. O nee! Maar eenmaal getrouwd komt men - te laat - tot de ontdekking hoe dwaas het is geweest om al wat je bezit aan ijdelheid op te offeren. Al snel is men genoodzaakt om alle goud, zilver en soms zelfs kleren te verkopen, wil men nog te eten hebben.

Leerzame gesprekken kent men niet. Men is niet voorbereid op het lezen van een nuttig boek, vooral niet als er bij nagedacht moet worden. Als men al iets leest, dan is het Tijl Uilenspiegel; Valentijn en Ourson; De Vier Heemskinderen; Doctor Faustus; de Destructie van Jerusalem; Jan Mandeville; de Troost der zielen in het vagevuur en meer van dergelijke zotte prullen (waarin men echter heilig gelooft).

Als men zondags bijeen komt, dan weet men over niets anders te praten dan over de dagelijkse bezigheden. Dat verveelt natuurlijk snel en dan neemt men zijn toevlucht tot het kaartspel, waar al teveel mensen aan verslingerd zijn.

Tot slot: de Meierijenaar munt bepaald niet uit in de schone kunsten en wetenschappen. Geleerdheid vind je niet onder de roomsen in mijn landstreek. Herinner je maar wat ik al eerder over ongeloof en opvoeding heb geschreven, en het zal niemand verbazen dat men er hier in deze streek niet alleen niet in uitmunt, maar zelfs niet eens middelmatig is op dit gebied. Kunst en ambacht worden altijd volgens de oude tradities beoefend, men streeft nooit naar verbetering. Ouders en voorouders hebben altijd op dezelfde manier gewerkt en hun brood ermee kunnen verdienen, waarom zouden hun kinderen dan niet op dezelfde manier doorgaan?

Misschien zal hier wel nooit enige verandering in komen.

Geen opmerkingen: