donderdag 5 september 2013

Het schieten van de papegaai, het schutten van de bruid en het zaaien van knollen bij Noordenwind

Het gilde van St. Crispinus & St. Crispinianus in Besoijen in 1976
Bron: website van het gilde

Vierentwintigste brief, deel 7

In enkele dorpen schiet men de vogel of papegaai niet van een schutsboom af, maar van een roede of wiek van de molen. Dit doet men in Oss en Bakel, misschien ook op andere plaatsen. In de Meierijsche dorpen bestaat er een groot verschil tussen schutterijen en gilden. Bij de schutterij is er een man die met een standaard in de hand op een paard rijdt. De schutterijen zouden nog enkele geschreven privileges bezitten, hun geschonken door keizer Karel V en andere Brabantse hertogen.

Gilden zijn ook schutterijen, maar dan zonder standaard en slechts naar eigen believen door de inwoners opgericht. Zij kennen geen privileges. In alle vaandels van de schutterijen en gilden tref je een groot Bourgondisch kruis aan, aangezien de oorsprong ervan aan de Bourgondische hertogen te danken is. In het midden van dat kruis staat een afbeelding van de heilige aan wie de schutterij is toegewijd. In Helmond en Eindhoven zijn schutterijen die niet met een snaphaan, maar met de handboog op de papegaai schieten. Dit zijn ongetwijfeld de oudste schutterijen van de Meierij.

Hij die de papegaai van de schutsboom afschiet, is koning (herinner je wat ik je hierover tijdens mijn vorige reis heb geschreven). Maar als dezelfde persoon de vogel er drie achtereenvolgende jaren afschiet, dan krijgt hij de titel van keizer. Hij krijgt zijn drie zilveren schildjes terug, die hij aan de schutterij had moeten geven, en draagt die elke kermis als teken van zijn waardigheid op zijn borst. Hij is ook vrijgesteld van alle verteringen die bij de schutterij gedaan worden, de andere leden moeten alles voor hem betalen.

Als iemand in ondertrouw gaat en zich daarvoor naar het raadhuis begeeft, wordt hij altijd vergezeld van een massa mensen, met name ongehuwden van beide seksen. Velen vuren hun geweer af ter ere van bruidegom en bruid of onthalen het bruidspaar en allen die hen vergezellen in het openbaar op straat op jenever of brandewijn met suiker. Vroeger was dit streng verboden, en terecht, want er konden zich bij zo’n gelegenheid door het schieten met een halfdronken kop of op een andere manier vele ongeregeldheden voordoen. Tegenwoordig sluipen al die gebruiken weer langzaam deze streek binnen.

Tot slot moet ik hier nog een waanidee vermelden dat niet alleen onder roomsen in de Meierij, maar zelfs bij protestanten heerst. Men denkt dat als men knollen zaait bij noordenwind, dat ze dan in sloren of wilde kolen zullen veranderen. Welke invloed de noordenwind op het zaad kan hebben zodat er een heel andere plant uit groeit, dan waarvan het gewonnen is, kan ik niet begrijpen. Vraagt men hoe dat toch mogelijk is, dan is het antwoord: “dat weet ik niet, maar toch is het zo!”

Geen opmerkingen: