dinsdag 20 augustus 2013

Een gelukkige ontmoeting in Vught

Taalstraat Vught bij café Het Bijltje, ca. 1901 (collectie BHIC, fotonr. FOTOVU.0105)

Vierentwintigste brief, deel 2

Een mij onbekende man, die als enige met mij in diezelfde gelagkamer zat, vroeg me of hij een kopje thee met mij mocht drinken, als ik het niet erg vond. Ik stond hem dat graag toe, temeer omdat hij mij zeer geschikt toescheen. Hij vertelde mij dat hij uit de Meierij kwam, waar hij een tijdje ter ontspanning bij zijn familie was geweest. Dat hij deze dag een aantal uren te voet had afgelegd en blij was dat hij nu zo dicht bij Den Bosch was, waar hij woonde. Ik bevond me dus in het gelukkige toeval om met iemand over de Meierij te kunnen spreken die zijn weg scheen te weten in deze streek. Hij was bijzonder naar mijn zin, want hij sprak goed en verstandig. Ik vroeg hem daarom een glas wijn met mij te drinken, want ik wilde hem graag langer spreken. Hierin stemde hij met plezier in (hij was zeer vermoeid van het wandelen) en wij brachten de tijd samen dan ook zeer genoeglijk door. Tegen de avond stapten wij langzaam stadwaarts, terwijl we ons onderweg met dezelfde, voor mij zeer aangename, gesprekken bezig hielden.

Hij vertelde mij zeer veel dingen die ik je al gemeld heb, maar ook nog het volgende, waarvan ik je toch deelgenoot wil maken, van hoeveel of hoe weinig belang het ook is, omdat het toch nog iets bijdraagt aan jouw kennis van de Meierijsche bijgelovigheden, gebruiken en godsdiensthaat. Ik zal je het in dezelfde volgorde vertellen als waarin we onze gesprekken gehouden hebben (slechts heel zelden komen gesprekken in de juiste volgorde tot stand).

Hier in Vught (ik geef alles net zo weer als ik de informatie ontvangen heb) heeft een zekere boerenkinkel de predikant van de hervormden onvoorwaardelijk uit diens woning willen zetten, onder de woorden dat de predikant weg moest en hijzelf in de pastorie zou gaan wonen, omdat de predikant al lang genoeg in dat huis had gewoond. Een paar dagen nadat die kinkel allerlei brutaliteiten had uitgehaald met de vreselijkste vloeken en gestamp tegen de deur, kwam hij op een avond terug met een geweer en eiste op dezelfde manier dat de predikant het huis zou verlaten. Dat alles gebeurde aan het einde van februari van dit jaar.

Geen opmerkingen: