donderdag 28 februari 2013

Het kattengejank dat Helmonders spreken noemen

Binderen naar een tekening van Van der Mandere uit 1763
Reproductie: J. v.d. Broek (bron: RHCe)

Twaalfde brief, deel 4

Dit Morgenlied, waarvan ik de onvolmaaktheid zelf heel goed inzie, is slechts een bleke schets van de emotie die op dat moment door mij heen stroomde, toen mijn hart geheel en al in beslag genomen werd door de aanschouwing van de hele schepping op die mooie ochtendstond. Toen ik echter mijn gedachten ophief tot voor de troon van de Oneindige, toen moest ik met Elihu uitroepen: “God is groot! En wij begrijpen het niet!!!”* [In de hoofdstukken 32-37 van het bijbelboek Job neemt Elihu het woord in de discussie tussen Job en zijn vrienden over de oorzaak van Jobs lijden; in de Willibrordvertaling uit 1981 luidt het aangehaalde vers 26: “Ja, hoogverheven is God, we kennen Hem niet”].

Morgen vertrek ik van hier, morgen wandel ik ergens heen, maar in welke richting? Dat is ook voor mijzelf nog een raadsel, ik kan het je dus nog niet zeggen. Vaarwel! Ik ben altijd je getrouwe
Vriend

P.S. Men noemt de Helmonders spottend ook wel Katten. Die naam hebben ze ongetwijfeld gekregen vanwege hun lelijke spraak, die heel erg lijkt op het gekrijs van krolse katten, vooral als men een massa mensen vanuit de verte hoort spreken.

Aan de noordkant van Helmond heeft vroeger het klooster Binderen gelegen. Dit was een adellijk vrouwenklooster van de Cisterciƫnzer orde. Het zou in 1231 zijn gesticht door Maria, gemalin van keizer Otto IV. Ook aan de westkant van de stad heeft een vrouwenklooster gestaan, namelijk dat van de Regularissen, dat men ter onderscheid van het klooster in Eindhoven het klooster In de Hage te Helmond noemde. Dit klooster is bij een inval door Maarten van Rossem in het jaar 1543 door het garnizoen van Helmond platgebrand, om te voorkomen dat Van Rossem zich erin zou vestigen en er zich zou verschansen.
‘Heilige Willem’ leeft ook nog.

*) Job, 36:26a

Geen opmerkingen: