Het kasteel van Helmond. Foto: RHC Eindhoven |
Negende brief, deel 2
In het jaar 1795 hebben de roomsen uit dit stadje en uit andere dorpen al het kerkmeubilair, dat wil zeggen boeken, kussens en zo voort, van de hervormden vernield, puur en alleen uit misdadigheid en godsdiensthaat. De toren is niet onverdienstelijk, maar heeft een armzalig carillon. De roomsen hebben hier een prachtig mooie en grote kerk met een zeer goed orgel, maar toch willen ze de hervormden de Grote Kerk afnemen, ofschoon die veel slechter is. Bedenk, mijn vriend, dat die kerk in vroeger tijden door een bisschop is gewijd, en je hebt het raadsel opgelost. Een gewijde kerk mag nu eenmaal niet in handen van de geuzen blijven, dat is een algemene stelregel.
Aan de zuidkant ligt een kasteel, dat vroeger gediend heeft tot de verdediging en bescherming van dit stadje. Het is een sterk, oud en prachtig gebouw, dat in de frekwente oorlogen tussen de hertogen van Gelre en Brabant altijd onbeschadigd is gebleven, hoewel Helmond zelf in die oorlogen tot tweemaal toe bijna geheel is afgebrand. De ene keer bleef er niets gespaard, behalve de kerk, het kasteel en één huis, dat er nog steeds staat, als ik het goed heb. In een van de kasteelvertrekken bevindt zich het volgende, enigszins raadselachtige opschrift, op deze manier:
O quare quia deo
be bis bia osa
Lucas Gassel |
Ik moet je er ook met een paar woorden aan herinneren dat Helmond de geboorteplaats is van de beroemde historieschilder Lucas Gassel. Even buiten dit stadje ligt een lieflijk bos dat aan de heer van Helmond toebehoort. Men noemt dat bos hier het Park en het is dé plek om te gaan wandelen voor de Helmonders, vooral op zondag. Ik heb er zelf ook al verschillende uurtjes met veel plezier doorgebracht.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten