dinsdag 10 mei 2011

De botermarkt en geknoei met de klok

Zesde brief, deel 2

Boterboerinnen uit Veghel (collectie BHIC)
Aan het andere eind van de markt werd onder een boom de botermarkt gehouden en ook boter afgewogen. De boterhandelaren liepen rond en schreven met een stuk krijt een letter op de borst van de boerinnen, die met een zekere statigheid een mand met boter op hun rug droegen. Ze spraken dan enkele woorden met de boerin. Ik vroeg aan iemand, wat dat te betekenen had. Hij antwoordde dat daaruit voor andere handelaren bleek dat die boter besproken was en dat daarom geen andere koopman die nog kon krijgen. Dat gold dan niet voor een burger of inwoner van de stad: die had nog de keus, maar moest dan ook per pond een of twee duiten meer betalen.

Het is opvallend dat de prijs van boter en granen in een groot deel van de Meierij zich richt naar de prijs die dinsdags te Eindhoven wordt vastgesteld. Die prijs wordt een hele week lang door kopers en verkopers stipt in acht genomen, tot aan de volgende marktdag, wanneer die prijs dan weer verandert (of niet).

Het is hier ook gebruikelijk om op marktdagen de klok van het stadhuis terug te zetten, zodat de vreemdelingen wat langer zouden blijven en dus meer verteren. Wat vind je van zo’n stunt?!

Ik verliet vervolgens de markt en ging op het stadhuis aan. Dat stond open, omdat daar de graanprijs door het stadsbestuur voor de hele week wordt vastgesteld, en dat wordt dan vervolgens aan de deur van het stadhuis opgehangen. Men noemt dat hier de peg steken. Aan het stadhuis zelf is niets opzienbarends te zien, behalve dat ik boven de deur van de secretarie dit monnikenvers las:

Audi vide et tace si vis vivere in pace
[hoor, zie en zwijg, als je in vrede wilt leven]

Geen opmerkingen: