donderdag 31 maart 2011

Bossche pronk- en roddelzucht

Foto: collectie Stadsarchief 's-Hertogenbosch, inv.nr. 23457

Derde brief, deel 8

In ’s-Hertogenbosch heerst zeer veel pracht en de kleding is, in het bijzonder onder het vrouwelijk geslacht en vooral bij de Roomsen, uiterst pronkzuchtig. De zeden zijn hier over het algemeen zeer slecht en geweldig bedorven. De gezelschappen zijn niet geschikt voor iemand die nadenkt, die beter en wijzer wil worden. In het algemeen wordt er over andere mensen geroddeld. Maar ik moet ook toegeven dat je er heus wel gezelschappen kan aantreffen, waar dat niet gebeurt. Die zijn echter zeldzaam en bestaan dan altijd voor het grootste deel uit bejaarden. Onder de protestanten tref je de beste gezelschappen aan.

Op mooie avonden is heel Den Bosch buitenshuis. Men is op straat, iedereen staat dan tot een uur of tien, elf voor zijn deur en babbelt met zijn buren. Dan worden anderen flink over de hekel gehaald, en al wie toevallig langskomt - en dat hoort ook zo, want wat doet zo iemand op straat? - wordt eens stevig onder de loep genomen. In één woord: kwaadsprekerij en bemoeizucht zijn de onafscheidelijke karaktertrekken van de Bosschenaren.

Het spijt mij, vriend, dat ik je zo’n zwart portret van de bewoners van Den Bosch moet schetsen, maar ik mag nu eenmaal de waarheid geen geweld aandoen. Tegelijkertijd staat het eveneens vast dat er ook brave mensen gevonden worden, die men dit alles niet mag of kan verwijten.  In het koffiehuis en andere herbergen wordt altijd, en vooral ’s avonds, gespeeld. Dan zijn de kaarten een alleraangenaamste tijdpassering voor de Bosschenaren. Er moet dan ook, en dat spreekt vanzelf, een glaasje geleegd worden. O wat een rampzalig tijdverdrijf: spelen en drinken! Moet of mag men op zo’n manier de kostbare tijd kapot slaan die nooit meer terugkomt, als hij eenmaal is voorbijgesneld?!

Je zult dus wel begrijpen, hoe vervelend ik het koffiehuis vond, want er wordt geen enkel verstandig gesprek gevoerd. Ik heb nu en dan ook andere herbergen bezocht (ik moest natuurlijk alles onderzoeken). Daar trof ik mensen van een lagere sociale status en minder opvoeding, en dus was het daar logischerwijze nog veel erger. Maar ook hier vormen kaarten en drinken de enige geliefde bezigheid.

Geen opmerkingen: