donderdag 25 april 2013

Taalkundige observaties

Het officiële Brabantse leesplenkske (bron)

Zestiende brief, deel 5

Ik heb je vorig jaar een lijstje gegeven van veel oude, Hollandse woorden, die in de Meierij in zwang zijn. Nu wil ik die lijst met een paar woorden aanvullen, omdat ik nog tijd en plaats over heb. Dan heb je de volgende: aves: verkeerd; beduiden: verklaren, uitleggen; bedwank: dwang; bestaden: uitgeven; bézegen: gebruiken; dochten: deugden; dode: lijk; geboeren, geboert: dorpsmensen; gedaan: gemaakt; geeten: gegeten; geraadzaam: wat aan te raden is; gezien: aangenaam; heeten liegen: loochenen; hem vieren: nog vier; hood: hoofd; kallen: praten; de klink trekken: op de vlucht slaan; kudse: knots; kuis: knots; ongezien: onaangenaam; over: voor, in plaats van; smeet: vlag; taalen: naar iets vragen; verspreeken: afspreken; verwaaren: bewaren; vim: honderd bossen stro; wael: wel; zocht: zacht.

Ik voeg hier ook een lijst bij van Hoogduitse woorden, die ook hier, zij het min of meer verbasterd, gebruikt worden. Ik hoop, ja, ik ben ervan overtuigd, dat ook deze lijst je zal bevallen. Zie hier:

Hoogduits
Meierijs
Hollands
Ausbedingen
Uitbedingen
Voorbedingen
Ausbescheiden
Uitbescheiden
Uitgezonderd
Aus der art schlagen
Uit den aart slaan
Ontaarden
Auswintern
Uitwinteren
Overwinteren
Bahr
Baar
Doodsbaar
Bommeln
Bommelen
Slingeren
Dienlich
Dienlijk
Gedienstig
Fädemen
Veemen
Een draad in een naald doen
Forst
Vorst
Nok van een huis
Gelehrig
Geleerig
Leerzaam
Gelispel
Gelispel
Geruis
Hämmern
Hameren
Timmeren
Hefel
Hevel
Zuurdeeg
Heisz
His
Heet
Hirt
Hert
Herder
Klack
Klak
Vlek
Klettern
Kletteren
Klimmen
Klos
Klot
Kluit
Knüffeln
Knuffelen
Drukken, kneuzen
Knütschen
Knutzen
Kneuzen
Liederlich
Liederlijk
Losbandig
Luder
Loeder
Lichtmis, straathoer
Lümmel
Lummel
Slechthoofd
Lülle
Lul
Pijpkan
Lumpenhund
Lompenhond
Schobbejak
Reche
Reek
Hark, rijf
Rechen
Reeken
Harken
Ruck
Ruk
Hort, stoot
Sabbern
Sabberen
Zeveren
Schabsel
Schapsel
Schraapsel
Schäfer
Scheper
Schaapherder
Scharren
Scharren
Scharrelen
Schlecht
Slecht
Eenvoudig
Schob
Schob
Schoof
Schwetzer
Zwetzer
Snapper
Sumpfig
Sompig
Moerassig
Teller
Telder
Tafelbord
Tenne
Den
Dorsvloer
Thor
Door
Dwaas
Triesachen
Triezakken
Afrossen
Tummelicht
Dommelig
Duizelig
Wammes
Wammes
Wambuis
Weiher
Wijer
Vijver
Winde
Wind
Dommekracht

Waarschijnlijk zijn er nog wel meer Hoogduitse woorden in gebruik, maar ik heb geen andere dan deze kunnen opduikelen. Het zijn er echter meer dan voldoende om jou er ten volle van te overtuigen dat de Meierijsche taal een mengelmoes is van Hoogduits, Hollands, zuiver Meierijsch en zelfs tref je verbasterde Franse en Latijnse woorden, zoals bijvoorbeeld labeuren: werken, van het Latijnse laborare. Zo ook laar, dat woning of verblijf betekent, van het Latijnse lar. Anderen houden dit woord lar voor puur Keltisch.*

Nu kan ik deze brief wel tot een einde brengen: hij is lang genoeg. Ik denk dat hij je evenzeer zal bevallen als mijn vorige brieven en met die vaste overtuiging noem ik me alweer je oprechte
Vriend.

*) Letteroeffeningen voor 1794. Mengelwerk, p. 82.

Geen opmerkingen: