dinsdag 18 december 2012

Op zoek naar Lommel

Sint-Pietersbandenkerk in Lommel (foto: Wikimedia Commons)

Zevende brief, deel 1

Geachte vriend!

Zes dagen geleden kwam ik hier in Lommel aan. Ik vertrok ‘s middags rond drie uur vanuit Bergeyk hierheen over een grote, eenzame heide. Vanwege de tijdsomstandigheden durfde ik de aangename weg over Luyksgestel niet te nemen. Omdat men op deze zo eenzame route gemakkelijk kan verdwalen, nam ik een gids mee die mij zover zou brengen, dat ik het niet meer zou kunnen missen. Zodra we buiten Bergeyk op de hei kwamen, zagen we de toren van Lommel vlak voor ons. Hij scheen mij zeer dichtbij te zijn. Maar mijn leidsman vertelde me dat ik meer dan twee uur zou moeten wandelen om dit dorp te bereiken.

Ik sprak maar weinig met hem, want het gesprek van die ochtend en mijn sobere maal lagen me nog zwaar op de maag. Hij bracht me ruim een uur verder en zei me toen welke richting ik verder moest aanhouden. Ik betaalde hem voor zijn moeite en stapte nu verder alleen door. Ten slotte - oh, hoe boos werd ik op mezelf! Maar dat hielp me niets - ten slotte raakte ik de weg kwijt, hetzij uit angstigheid, hetzij uit onoplettendheid. Wat moest ik nu doen? Ik durfde niet naar de juiste weg te gaan zoeken, uit angst nog verder te verdwalen, of dat de avond mij zou overvallen. Dus stapte ik maar in een rechte lijn op de toren af, en belandde uiteindelijk hier, behoorlijk vermoeid door de lastige en hobbelige route die ik had moeten aanhouden.

Gelukkig trof ik hier een zeer goede herberg. Indachtig de les uit de Schola Salernitana:

Somnus ut sit levis, sit tibi coena brevis
[om makkelijk te kunnen slapen, moet je je maaltijd kort houden],

at ik die avond weinig om goed te kunnen slapen en ging ik ook vroeg naar bed, om voldoende uit te rusten. Ik sliep lekker tot aan de ochtend en ik was helemaal opgefrist. Het opvolgen van het zojuist genoemde vers had mij goed gedaan. Ik kan dat dus aan iedereen in dergelijke omstandigheden met een gerust hart aanbevelen door eronder te schrijven: probatum est [het is getest]. Een goede wandeling en een bescheiden avondmaal zijn beslist de beste middelen om rustig en goed te slapen.

Noot
Lommel ligt nu in Belgisch Limburg, maar tot 19 november 1817 behoorde het dorp wel degelijk tot de Meierij. Het is geruild met Luyksgestel, dat oorspronkelijk tot de provincie Antwerpen behoorde. Bron

Geen opmerkingen: