dinsdag 24 juli 2012

Naam en indeling van de Meierij

Twintigste brief, deel 7

Ik wil hier nu ook iets over de naam van het land toevoegen. (Dat had ik al eerder moeten doen, maar beter laat dan nooit). Wat betreft de naam van de streek waar ik doorheen gereisd ben, daar heb ik je, mijn vriend, eigenlijk niet veel over te zeggen. Men noemt de regio, zoals je weet, Majorij of Meierij. Sommigen leiden deze naam af uit het Latijnse woord maior, groter, maar dat is ongefundeerd.

Anderen schrijven de betekenis, met meer aannemelijkheid, toe aan het woord majoor, meier, of het Franse maire, met de betekenis van een hoofdschout, zodat het zoveel betekent als het hoofdschoutambt van Den Bosch.

De vraag is echter of de Meierij wel altijd juridisch onder de stad heeft behoord. Andere plaatsen staken in vroeger tijden immers in grootheid en macht uit boven Den Bosch. Men leest nog in oude papieren over “de stad Helmond en het stadje Den Bosch”. Maar misschien zou men de benaming mogen afleiden uit het Hoogduitse Maijer of Meijer, dat “boer” of “landman” betekent. Dan geeft de naam Meierij te kennen dat het gaat om een landstreek rondom Den Bosch die door boeren bewoond wordt.

De Meierij verdeelt men in vieren, de zogenaamde kwartieren, in deze volgorde: Peelland, Kempenland, Oisterwijk en Maasland. Peelland ontleent zijn naam aan de Peel, die ik u al eerder heb beschreven. Die naam komt weer van het Latijnse palus, moeras, of van het Hoogduitse Pfuhl, waarmee ons woord ‘poel’ en uiteindelijk ook Peel samenhangt.

Kempenland wordt volgens sommigen zo genoemd naar de oude Cimbrae, en dan moet het zoveel betekenen als “land van de Cimbrae”. Anderen leiden het af van kampen of kempen in de betekenis van ‘strijden’. Weer anderen van het Latijnse woord campus, een veld of een vlakte. Of ook wel van het meierijse woord kampen of kempen, dat zijn landerijen die omgeven zijn door een aarden wal, met hakhout beplant.

Misschien kan men het beter van het Latijn afleiden, waarin het woord campi ‘landdagen’ betekent. Immers, in dit kwartier hielden de oude koningen en vorsten vaak hun verblijf en hun landdagen.

Geen opmerkingen: