donderdag 2 februari 2012

De Tilburgers

Vijftiende brief, deel 5

Vervolg
Hoe meer ik Tilburg bekijk en hoe meer ik de inwoners van deze plaats nauwkeurig observeer (ik ben nu al een paar dagen hier en heb mij erop toegelegd om hun denkwijze hierover te doorgronden), hoe meer ik in het gevoel gesterkt wordt dat de kenmerkende eigenschappen van de roomsen, zowel hier als in andere plaatsen van de Meierij, domheid, dweepzucht, bijgeloof en onverdraagzaamheid zijn.

Christian Fürchtegott Gellert
Bron: Hymnografie
De haat van de roomsen tegenover de protestanten is overal geweldig sterk, hoewel de laatsten de eersten niet het minste in de weg leggen, vooral niet in deze tijd. Men mag de roomsen in de Meierij gerust deze mooie dichtregels van de deugdzame Gellert voor ogen houden (want al hun haat komt voort uit het verschil in religieuze gevoelens). Waar hij zegt: Gij! dien den Christen smaad!, zou ik dat op deze manier veranderd willen zien:

Gij die de geus versmaadt! Weet gij iets over zijn leer
dat met de rede strijdt, of God niet strekt tot eer?
Verdient die leer uw haat, verdient ze uw schimp en spot?
Toon ons volmaakter heil en een volmaakter God
dan ons de Schrift laat zien. Kom, toon ons schoner plichten,
meer aansporing ons steeds naar Gods bevel te richten,
meer deugd tot zelfbestuur en nut van ’t algemeen.

Men heeft hier te Tilburg enige tijd geleden een Latijnse school opgericht. Daarop is alles van toepassing wat ik al eerder over de Helmondse school heb gezegd. Je zult dus begrijpen wat een mooi en verheven Latijn er geleerd wordt.

Geen opmerkingen: