donderdag 19 januari 2012

Van Schijndel naar Tilburg

Landschap rond Oisterwijk (bron: BHIC)
Vijftiende brief, deel 1

Waarde vriend!

Toen ik Schijndel verliet, was het een bijzonder mooie dag om te wandelen. Het was niet te warm, vooral niet in het vroege ochtenduur, want er waaide een koel briesje, en de grond was flink bedekt met dauw, die een zeer aangename geur verspreidde. Ik werd heel wat minder snel moe, dan als het vreselijk heet geweest zou zijn.

Het eerste dorp dat ik bereikte, was Boxtel. Ik bleef hier echter niet langer dan nodig was om mij een beetje op te frissen, want ik herinnerde me nog levendig het begin van mijn reis, toen men mij hier zo vreselijk had geïrriteerd met nutteloze vragen.

Vervolgens wandelde ik verder richting Oisterwijk, een aanzienlijke plaats, waarnaar een deel van de Meierij is genoemd, namelijk het Kwartier van Oisterwijk. Hier at ik mijn middagmaal en sliep wat om uit te rusten. Tegen zonsondergang kwam ik in Tilburg aan. Onderweg, tussen Boxtel en Oisterwijk, werd ik door een man ingehaald, met wie ik het volgende gesprek voerde:

Hij: u lijkt hier vreemd te zijn (ik had hem naar de goede weg gevraagd).
Ik: ja, dat is zo.
Hij: wie bent u dan en waar komt u vandaan?
Ik: dat zeg ik noch aan u noch aan iemand anders.
Hij: ik denk niet dat u het niet wilt zeggen, omdat u een slecht mens bent.
Ik: wat dat betreft, hebt u gelijk. Maar ik vertrouw de mensen hier niet.

Geen opmerkingen: