donderdag 3 februari 2011

Lezen en opvoeden

Eerste brief, deel 2

Nog steeds is mijn passie voor reizen niet geheel gedoofd. Ik schrijf dat vooral toe aan het soort boeken dat ik in mijn jeugd heb gelezen, en waar ik nog steeds veel van hou: reisbeschrijvingen en geschiedenissen. Hier kun je overigens uit leren, mijn vriend, dat het belangrijk is goed in de gaten te houden (je hebt immers zelf kinderen) welke boeken je aan je lieve kleintjes in handen geeft. Want wat je in je jeugdjaren leest (ik spreek uit ervaring), bepaalt in hoge mate je smaak op latere leeftijd.

Meer nog: als dit waar is, zouden ouders hun kinderen dan niet veel makkelijker ergens in op kunnen voeden? Zouden zij hun kroost niet meer liefde voor een ambacht of opleiding kunnen bijbrengen, door ze precies die boeken te geven die over de zaak gaan waarvoor men hen zou willen opleiden? (Die boeken moeten dan natuurlijk wel geschreven zijn in een pakkende stijl en het bevattingsvermogen van de jeugd niet te boven gaan!).

Als de ouders dan van tijd tot tijd hier met hun kinderen over zouden spreken, dus als het ware met de boeken mééwerken, dan kan het niet missen, of ze kunnen een kind sturen waarheen ze maar zouden willen. En dan... maar ik dwaal compleet af!

Ik begon met je te schrijven over mijn hang naar reizen en nu ben ik al bezig met de “Opvoeding der Kinderen”. Als ik zo doorga, kom ik nooit ergens. Terug op het oude spoor, dus!

Een niet al te ruim inkomen heeft me verhinderd om mijn voorliefde voor reizen uit te leven. Maar nu ben ik toch van plan een klein reisje te ondernemen, en wel door de Meierij van ’s Hertogenbosch. Een paar jaar geleden heb ik een deel van die streek leren kennen, en dat is me goed bevallen. Het is een reis zoals nog niemand eerder die met vooropgezette bedoelingen heeft gemaakt. Ik ben van plan morgen te vertrekken en zoals ik je in ons laatste gesprek beloofd heb, zal ik je regelmatig op de hoogte houden van wat ik tegenkom, ook al is het nog zo onbetekenend (veel belangrijks zal ik er trouwens ook niet ontdekken, lijkt me).

Je oprechte vriend,

L.J.A.

1 opmerking:

Stephanus Hanewinckel zei

Ik vind het wel grappig hoe de briefschrijver zich hier zogenaamd door zijn eigen enthousiasme laat meeslepen en op een zijspoor belandt, dat natuurlijk helemaal geen zijspoor is: hij is juist erg bezig met het verlichte idee dat de juiste opvoeding en goed onderwijs kinderen tot goede volwassenen maakt. Die opvatting past helemaal in de golf van nieuwe ideeën over opvoeding en onderwijs die tussen 1780 en 1800 over Nederland spoelde.

Die ideeën waren geïnspireerd door Jean Jacques Rousseau en in Nederland vooral door John Locke. Het uitgangspunt van Locke is dat kinderen van nature niet tot het slechte geneigd zijn, maar dat je hun gedrag kunt vormen door het goede te belonen. Ofwel: kennis leidt tot deugd (en zo is het ook!). De verlichtingspedagogen benadrukten het eigene van het kind, zijn vormbaarheid en leergierigheid, en vooral ook de positieve invloed die een geschikte omgeving uitoefent.