dinsdag 11 juni 2013

Een catalogus van bomen

Bospad in de Meierij (bron: Provincie Noord-Brabant)

Twintigste brief, deel 1

Hooggeachte S...!

Ik heb je nu zo niet volledig, dan toch in ieder geval enigszins laten kennismaken met de meeste en zeker met de voornaamste dorpen van de Meierij. Je bent door mijn vorige en door deze reis in staat gesteld om vrij precies de aard, het karakter en de levenswijze van de Meierijenaars te beoordelen. Ik heb je de wilde viervoetige dieren en de meeste vogels en vissen opgesomd. Nu blijft er nog over dat ik je de bomen die hier groeien, de granen die hier geteeld worden, kortom de voortbrengselen van het land schilder. Als ik dit doe en zo aan de belofte die ik in mijn vorige brief heb gedaan, voldaan heb, dan zul je geen vreemdeling meer zijn in de Meierij. Kom ik intussen nog iets bijzonders tegen of hoor ik nog iets opmerkelijks, dan zal ik dat doorschuiven naar mijn laatste brieven.

Behalve allerlei fruitbomen die je hier in de tuinen aantreft, zoals de wijnstok, de appel, de peer, de pruim, de kers, de abrikoos, de perzik, de moerbei, de mispel, de kornoelje, de kweepeer, de okkernoot, de hazelnoot; de kastanje en een enkele vijgen-, amandel- en sinaasappelbomen, vind je hier in het wild de gewone eik (quercus); de veer- of steeneik (robur), allerlei soorten van pijn- en dennenbomen; de lorkenboom (larix); de es; de els; de olm; de iep; rode beuk en haagbeuk; berk; wilg; wilde kastanje (castanea equina); linde; verschillende soorten populieren, zoals de gewone (populus vulgaris), de zwarte (populus nigra), de Canadese (populus americana), de Lombardische (populus itala), de witte of abeel (populus alba) en de esp of ratelaar (populus tremula).

Je ziet hier ook de wilde kers, met lekkere zwarte of ook wel rode vruchten, en de hulst (ilex aculeata baccifera). Deze laatste behoort eerder tot de heesters, maar ik heb hier al behoorlijk grote bomen van die soort aangetroffen, en daarom reken ik hem ook maar onder de bomen, net als de levensboom (taxus), die men hier vrij hoog opgeschoten aantreft, vooral op buitenplaatsen. Daar ziet men ook enkele oosterse en westerse plataansoorten (platanus orientalis et occidentalis) en de treurwilg (salix orientalis flagellis deorsum pulcré pendentibus). De meeste van deze boomsoorten worden ook gebruikt als hakhout of akkermaalshout, dat men hier gewoonlijk iedere vijf jaar kapt voor takkenbossen, bonenstaken en dergelijke.

Geen opmerkingen: