dinsdag 28 februari 2012

Karig eten en onhygiënische toestanden


Zestiende brief, deel 4

In het algemeen is het eten en drinken van de inwoners uiterst sober. Niet uit vrije keuze, maar noodgedwongen, want het ontbreekt hen zowel aan de kennis als de kunde om hun voedsel goed te bereiden. Het dagelijkse voedsel bestaat uit aardappelen. Vanwege hun frequente vastendagen kunnen zij weinig vlees of spek eten. Geld om boter te kopen hebben ze niet, dus eten zij hun aardappelen gewoonlijk met wat lampolie.

Op dit moment heeft de vicaris hen verlof gegeven om in de veertig dagen vasten voor Pasen vlees en vet te eten, omdat alles zo duur is. Maar er zijn veel preciezen onder hen die van deze ontheffing geen gebruik willen maken om de heilige Vasten niet te breken.

Onder de meierijenaars heerst veel smerigheid en het verschil in zindelijkheid met Holland is groter dan dag en nacht. Ik ben in veel huizen geweest, vooral bij boeren, waar ik op geen enkele stoel durfde te gaan zitten. Het is een mirakel dat deze morsige manier van leven niet tot meer ziektes leidt. Maar de gezonde lucht en misschien ook wel de magere, maar gezonde kost, dragen er zeer toe bij de gezondheid te behouden.

Wat moet ik je, mijn vriend, zeggen over de huwelijken, waarover je me een paar vragen hebt gesteld? Meestal zijn ze gebaseerd op geld. Iedereen kijkt uit naar een vrouw, die iets bezit en goed kan werken. Voor het overige wordt er weinig gelet op deugd of verstand, zodat men deze verzen van Pieter Langendijk wel van toepassing mag laten zijn op de meierijenaars:

Men mint om ’t goud, ’t geld is de liefde alleen.
Men acht het verstand, noch aangename zeden,
Men vraagt naar kunst, noch edelheid van’t gemoed,
Maar naar ‘t genot van schatten, geld en goed.

Geen opmerkingen: